U bent hier

Cohousing

Wonen in groep

Bij cohousing heeft elke bewoner zijn eigen woning of appartement met woonkamer, keuken of kitchenette, badkamer, toilet en slaapkamer(s). Er zijn bovendien heel wat gemeenschappelijke ruimtes: een grote leefkamer met keuken om samen te eten of een feest te organiseren, een wasplaats, een fietsenstalling en een logeerkamer. Er zijn vaak gedeelde hobbyruimten en werkplaatsen. Ook het terras, de tuin, speeltoestellen voor kinderen, een moestuin of boomgaard worden gedeeld.

Bij cohousing hebben de bewoners elk hun eigen huis, maar ze kiezen ervoor om intenser samen te leven. Veel cohousing-projecten ontstaan uit een bepaalde levensvisie, zoals ecologie, sociale of spirituele verbondenheid. Wie toetreedt, herkent zich in die levensvisie. Er is veel aandacht voor comfort, duurzaamheid en een aangename leefomgeving. De bewoners doen vaak samen activiteiten. Wie kiest voor cohousing, kiest voor de mensen met wie hij/zij samenwoont. Vaak gaat het om tientallen gezinnen en ouderen. De samenstelling van de groep is daarbij erg belangrijk. Noodzakelijk is een goede samenhang, met respect voor ieders individuele waarden. Dat uit zich o.a. in zelfbestuur met een besluitvorming met consensus.

In de meeste cohousing-projecten in Vlaanderen en Brussel zijn de bewoners eigenaar van het pand, na gemeenschappelijke aankoop. In Nederland werden veel projecten gerealiseerd door huisvestingsmaatschappijen en bewonersgroepen – zij gebruiken daar de term ‘centraal wonen’ voor. Het Kenniscentrum ijvert en ondersteunt cohousing-initiatieven voor huurders, met bijzondere aandacht voor kwestbare bewoners, ouderen en personen met een beperking.