Charlotte: “Mensen komen spontaan bij ons terecht via familie, doorverwijzing door hulpverleners of internet, maar wij gaan ook naar hen toe. Bij het CAW komen veel mensen met hulpvragen, ook mensen met een beperking. Voor ons is dat een ideale partner om mee samen te werken. We stelden de CAW-directie de vraag ‘wat is jullie nood en hoe kunnen wij daar op inspelen?’”
Alain: “Er kloppen wel wat mensen met een beperking bij ons aan. Ze komen bij ons terecht via onze onthaalpunten en in werkingen met daders en slachtoffers, thuislozen, enz. Wij beseften meteen dat samenwerking met DOP de kwaliteit van onze hulp kon verbeteren. Daarom hebben wij ons van in het begin geëngageerd om een goed samenwerkingsmodel uit te bouwen, daar afspraken over te maken en dat ook regelmatig te evalueren en bij te sturen. De eerste stap is altijd dat de directie er achterstaat, anders wordt het moeilijk samenwerken.”
Charlotte: “Het eerste jaar hielden we een twintigtal vergaderingen of lunches om DOP op alle CAW-teams voor te stellen en kennis te maken met hun werking. Dat je elkaars gezicht kent, verlaagt drempels. Tegelijkertijd konden we mogelijke vormen van samenwerking verkennen. Is een zitdag zinvol? Volstaat het om te kunnen bellen? Is het nuttig om af en toe langs te komen? In het begin was het wat experimenteren en zoeken, cliënten zien, casussen bespreken, eens op een team komen, info geven over VAPH, enzovoort.”
Alain: “Al onze teams namen actief deel aan die kennismaking. Eén keer je dienst voorstellen, is echter nog geen samenwerking, dat blijft niet plakken. Om de samenwerking structureel te verankeren, zijn we met vaste contactpunten begonnen, om de twee weken op drie locaties van het CAW. Al onze hulpverleners krijgen die datums maanden vooraf via e-mail. De begeleiders van DOP zijn dan beschikbaar voor alle handicap-gerelateerde vragen. Ze houden samen met onze hulpverleners casusbesprekingen, denken mee na over de aanpak in onze begeleiding, helpen om gedrag van cliënten te verklaren, kijken mee uit naar mogelijke ondersteuning door andere diensten, enz. Onze medewerkers kunnen ook altijd vragen stellen, of samen met een cliënt een afspraak maken.
Charlotte: “Als wij toekomen, doen wij meestal een rondje in het gebouw om te melden dat we er zijn. Alles begint met aanwezig te zijn. Wie vragen heeft, kan dan afkomen. Het is erg leerrijk wanneer we samen cliënten zien, elk vanuit een ander referentiekader. Wij hebben vooral aandacht voor de mogelijkheden van de cliënt en voor de noden die verbonden zijn met zijn beperking. Het CAW helpt ook bij meer praktische zaken zoals een uitkering aanvragen, een woning zoeken, alle facetten van het dagelijks leven. Zo had ik onlangs samen met een CAW-medewerker een kennismakingsgesprek met een Bulgaarse man. Zijn dochtertje van 6 jaar is verlamd en blind en ligt altijd in bed. Ik stelde vooral vragen over handicap-specifieke hulpmiddelen, of ze een tussenkomst kregen van de mutualiteit en of ze door andere diensten ondersteund werden. De CAW-collega was vooral bezig met de financiële ondersteuning van het gezin en met mogelijke hulp om een andere woning te zoeken. Hij stelde verschillende vragen die ook voor mijn werk zinvol waren, maar waar ik zelf niet meteen aan gedacht had. Door het gesprek samen te voeren, was het voor de man ook meteen duidelijk wie wat ging doen.”
Alain: “We brengen die zitdagen regelmatig in de aandacht in alle geledingen van het CAW, stimuleren nieuwe collega’s om langs te gaan, nodigen DOP uit op onze teams, we houden dat warm. Anders gaat die samenwerking vervagen. Sinds vorig jaar organiseren we samen met DOP en andere organisaties ook een basiscursus handicap voor CAW-medewerkers. Daar leren zij niet alleen veel bij over handicap, het versterkt ook de samenwerking. Inmiddels zijn we geen volledig aparte werelden meer. Onze hulpverleners nemen steeds makkelijker de telefoon, ze wachten niet meer tot er iemand van DOP aanwezig is op het contactpunt, ze verwijzen vlotter door, de communicatielijnen zijn kort.”