Hoe wordt er gekeken naar ouderen met een migratieachtergrond? “De kennis over de doelgroep, qua geschiedenis en context, is beperkt”, vertelde Berdai. Het zorgt ervoor dat bepaalde zorgvragen geculturaliseerd worden. “Sommige vrouwen verkiezen dat hun intieme verzorging door een vrouw wordt gedaan. Er wordt dan snel gekeken naar ‘hun cultuur’ als verklaring voor deze vraag,” haalde de onderzoeker een voorbeeld aan. “Maar in de gesprekken die we voerden vertelden de zorgverleners dat ze die vraag ook krijgen van andere vrouwen. Misschien heeft het te maken met hun vrouw zijn of met de tijdsgeest? Het is dan eerder een gender- dan cultuurvraag.” Het leidt tot de valkuil dat de zorgverlener de persoon en het individu niet meer zien, wat kan leiden tot handelingsverlegenheid. “De hulpverleners durft niet meer te handelen als een hulpverlener. Omdat de vraag is gesteld door een culturele andere, wordt de oplossing gezocht met culturele invulling. En ze kijken niet meer in hun eigen rugzak als hulpverlener voor de oplossing.”
'Omdat de vraag is gesteld door een culturele andere, wordt de oplossing gezocht met culturele invulling. En je kijkt niet meer in je eigen rugzak als hulpverlener voor de oplossing'
“Het leidt er ook toe dat je jezelf als norm stelt. Het is heel menselijk dat je van je eigen referentiekader vertrekt. Maar als dat de norm wordt, zie je de minderheden niet als een persoon. Op een bepaald moment zie je niet dat het over mensen gaat die een eigen verhaal hebben en die meer delen met jou dan je zou denken.”
De woonzorgcentra ondernamen actie om mensen met een migratieachtergrond aan te trekken, gaande van de bekendmaking van het eigen aanbod tot het samenwerken met etnisch-culturele organisaties en andere zorgorganisaties en de buurt.
Ze gingen aan de slag met een buurtverkenning en startten met een brede omgevingsanalyse: Welke actoren zijn er nog aanwezig? Hoe ziet onze buurt eruit? Hoe zit het met de demografie? Wat is de foto van de buurt, ook naar andere sociologische punten? “Interessant was dat ze zagen dat het een zeer diverse wijk was, maar dat het ook wijken waren met een hoog armoedecijfer. Die andere factoren zijn interessant om mee te nemen”, liet Berdai weten.
Daarnaast probeerden ze zich kenbaar te maken in de wijk op andere manieren. Outreachend gingen ze de straat op om zichzelf kenbaar te maken. Bijvoorbeeld door op een plaatselijke braderij te gaan staan. Het leidde tot nieuwe netwerken en nieuwe actoren waardoor er nieuwe samenwerkingen werden opgestart. “Men besefte dat de klassieke lokale netwerken onvoldoende zijn om voeling te hebben met de etnisch culturele bewoners van de wijk.
“Want het is niet omdat je outreachend werkt, dat je de ouderen met een migratieachtergrond bereikt”, wist Berdai. “Een dienst van een stad beweerde: mijn kantoor is op iedere straathoek. Op het eerste zicht lijkt dit outreachend en buurtgericht, maar toch bleken ze geen connectie of voeling te hebben met etnisch culturele mensen en zeker niet met de ouderen. Dat hangt af van verschillende factoren. Dat kan het profiel van de persoon op de hoek zijn, of de invulling die je geeft aan het outreachend werken.”
'Het is niet omdat je outreachend werkt, dat je de ouderen met een migratieachtergrond bereikt'
Een tweede spoor dat bewandeld werd, was samenwerken met (zelf)organisaties, verenigingen met en voor mensen met migratieachtergrond, organisaties die ondersteuning bieden bij islamitische stervensbegeleiding, diensten voor nieuwkomers... De werkwijze was outreachend en poogde de organisaties naar binnen te halen. Bijvoorbeeld een vrouwenvereniging voor infosessie over dementie uitnodigen of samenwerken om te zien of er vrijwilligers kunnen meedraaien of je lokalen ter beschikking stellen.
De verwachting over deze samenwerking was drieledig: ouderen met een migratieachtergrond toe leiden, het binnenbrengen van cultuursensitieve expertise en het huidige wit cliënteel laten wennen aan diversiteit. In het begin verloopt de samenwerking vaak positief en enthousiast. Maar als het vorderde liep het stroever en kwamen er teleurstellingen.
“Onderliggend is er een mismatch aan verwachtingen op drie niveau’s”, verklaarde de onderzoeker. “Het ontgaat de woonzorgcentra dat men samenwerkt vanuit een ander organisatie-referentiekader. Woonzorgcentra zijn professionele organisaties met een eigen werkcultuur en professionals in huis. De meeste zelforganisaties zijn socio-culturele verenigingen die op vrijwilligers draaien. Ze hebben een andere manier van werken die vaak informeler is en toch wordt er verwacht dat ze in een professioneel kader werkt.”
'De eigen noden worden centraal gesteld. Terwijl men niet gaat kijken wat de doelstellingen van de zelforganisaties zijn. Wat zit er in voor hen? Welke nood hebben zij? Je moet evolueren naar een partnerschap waar je samen de contouren gaat uittekenen'
“Daarnaast worden de eigen noden centraal gesteld. Terwijl men niet gaat kijken wat de doelstellingen van de zelforganisaties zijn. Wat zit er in voor hen? Welke nood hebben zij? Je moet evolueren naar een partnerschap waar je samen de contouren gaat uittekenen.”
“De derde oorzaak voor de mismatch is dat er vaak specifieke cultuursensitieve expertise verwacht wordt bij sleutelpersonen en zelforganisaties. Terwijl de meeste zelforganisaties niet bezig zijn met cultuursensitieve zorg. Een bepaalde etnisch-culturele vrouwenvereniging krijgt dan de vraag ‘Kan je helpen bij het levenseinde van iemand omdat die tot een jouw etnie behoort?’ Zo’n vraag stel je toch ook niet aan een Femma-groep bijvoorbeeld. Zorg is een expertise op zich. Zo wordt cultuursensitieve zorg als eigenschap toegedicht aan personen met een migratieachtergrond en wordt het niet beschouwd als expertise die ook zij ook moeten opbouwen. Dit komt door de schaarste aan expertise op het snijpunt van etniciteit en zorg. Dit wordt nog eens bevestigd door anekdotes waar medewerkers van zelforganisaties uit eigen ervaring zich als expert opwerken en niet door het opbouwen van deze competentie. Een systeem dat zichzelf in stand houdt door die schaarste.”
'Cultuursensitieve zorg wordt een eigenschap toegedicht aan personen met een migratieachtergrond en wordt niet beschouwd als expertise die zij ook moeten opbouwen'
Take home messages:
-
Buurtgericht en outreachend werken is verrijkend
-
Etnisch-culturele verenigingen kunnen een (buurt)partner zijn
-
Werk naar een gelijkwaardig partnership, gedeelde doelstelling vanuit ieders gelijkheid
-
Cultuursensitieve zorg is een expertise in ontwikkeling, ook voor de culturele andere
Niet alle ouderen zitten in een (zelf)organisatie