U bent hier

Discriminatie onder de waterlijn

Discriminatie onder de waterlijn

Wij hadden met onze organisatie een project uitgewerkt ter bevordering van cultuurparticipatie van mensen met een migratieachtergrond in het algemeen en inburgeraars in het bijzonder. Om dit project te kunnen uitvoeren, hadden wij vrijwilligers nodig, vooral sterke profielen die onze groep naar culturele activiteiten konden begeleiden. Leen* is één van onze vrijwilligers. Zij brengt meestal haar zoon mee. Hij speelt graag met andere kinderen van onze deelnemers. Omdat hij autistisch is, is hij soms wat hevig maar de andere ouders zijn hiervan op de hoogte. 

Wat de ouders niet weten, is dat Leen lesbisch is. Zij komt regelmatig met haar vriendin. We merken dat onze deelnemers na verloop van tijd minder vriendelijk worden tegenover hen zonder ons te zeggen wat de aanleiding is. Tot op een dag de zoon van Leen een ander kind pijn doet tijdens het spelen. Blijkbaar is dit voor onze groep de druppel die de emmer doet overlopen. Ze eisen dat Leen ontslagen wordt en dat zij en haar zoon niet meer terug komen. Wij vinden dat overdreven. Het is immers niet abnormaal dat spelende kinderen elkaar per ongeluk pijn doen. Wij proberen de groep uit te leggen dat het spijtig is wat er gebeurd is maar dat hun reactie buiten proportie is. “Als Leen blijft komen, dan verlaten wij het project en zullen wij nooit meer terug komen,” is hun antwoord. Op dat moment, beseffen wij dat de situatie ernstig is. Wij vermoeden dat er hoogstwaarschijnlijk iets anders aan de hand is.

We nodigen de groep uit voor een gesprek. Wij vragen hen om ons eerlijk en open te vertellen wat er op hun maag ligt. Na een moment van aarzeling, laten zij ons verstaan dat de seksuele geaardheid van Leen erg gevoelig ligt. Zij vrezen dat Leen hun families deze “slechte gewoonte” zal aanleren. Voor hen is homoseksualiteit een onverdraaglijke zonde. Daarom willen ze dat Leen niet meer terugkomt. Wij staan voor een dilemma lijkt het wel: ofwel hun gevoeligheid en afkeur erkennen en Leen ontslaan, ofwel duidelijk maken dat dit in strijd is met onze principes van gelijkheid en de anti-discriminatie, met als gevolg dat de hele groep niet meer naar onze activiteiten zou terug komen. Het wordt natuurlijk het laatste, dit is voor ons immers een niet-onderhandelbaar kader (NOK). Het stoot zelfs op de rode grenzen van universele, transculturele kaders en de Belgische antidiscriminatiewet volgens dewelke je niemand mag discrimineren op basis van seksuele geaardheid. Er valt dus niet over te onderhandelen.

Om tot een oplossing te komen die voor iedereen aanvaardbaar is, besluiten wij om de groep te confronteren met de discriminatie waarmee zij zelf in aanraking komen. We herinneren hen aan hun eigen ervaringen op de woon- en arbeidsmarkt. “Hoe is het om ergens aan te kloppen en niet welkom te zijn op basis van één facet van jezelf waar je bovendien niets aan kan doen?” Wij vragen hen of zij akkoord zijn als mensen omwille van hun migratieachtergrond uitgesloten worden.  “Nee!!!”, klinkt het overtuigd. “En waarom niet?” vragen wij.  “Omdat discriminatie niet te rechtvaardigen is. Mensen met een migratieachtergrond zijn gelijkwaardig aan alle andere mensen,” voegen zij eraan toe. “En zien jullie dat jullie Leen aan het discrimineren zijn op basis van haar seksuele geaardheid?” vroegen wij. Dat kwam goed binnen. Het is mooi te zien hoe mensen op deze manier oprecht tot een besef komen.

 

TOEPASSING TOOLS

REFLECTIE-OEFENING

Wat we toegepast hebben, is een REFLECTIE-OEFENING waarbij we onszelf in een gelijkaardige (voor ons realistische) situatie voorstellen als de persoon die we niet begrijpen of met wie we een conflict hebben. Vertrekkend vanuit het standpunt van de groep, en door hen te confronteren met hun eigen ervaring op vlak van discriminatie, waren wij erin geslaagd om onze deelnemers duidelijk te overtuigen dat discriminatie niet te tolereren is ongeacht de discriminatiemotief.

 

IJSBERG | DEEP DEMOCRACY

Zelf realiseerden we ons dat we onze doelgroep misschien niet helemaal kenden. Zo merkten we dat er heel wat gevoelens en drempels onder de waterlijn bleven, zoals bij de IJSBERG in DEEP DEMOCRACY. Door gebruik te maken van verschillende methodieken om deze boven water te brengen hadden we deze situatie misschien kunnen vermijden of sneller opgevangen.

 

CHECK IN | CHECK OUT

Onze doelgroep kan een jaar lang naar onze activiteiten komen. De deelnemers kennen elkaar daardoor steeds beter en vormen een echte groep. Daarom hadden we bijvoorbeeld bij de start van elke activiteit een korte CHECK IN kunnen organiseren. Daarin zouden we telkens kunnen peilen wat er die dag leeft aan onderwerpen en energie. Door af te sluiten met een CHECK OUT konden we dan weer op een informele en ‘veilige’ manier feedback vragen over de activiteit en het welbevinden in de groep. Bij een check in en check out kan je veel delen zonder dat er discussies ontstaan. Het werkt immers volgens het principe van ‘sharing & dumping’, ieder zegt zijn/haar ding zonder dat hierop gereageerd wordt door anderen. We nemen wat we hier te horen krijgen wel mee in de activiteit of naar de toekomst en snijden het aan indien nodig. 

 

GESPREK OP VOETEN

Een andere methode om beter te weten wat er leeft, is het GESPREK OP VOETEN. Ook hier kunnen mensen hun bezorgdheden op een veilige manier uiten in de groep en kunnen wij als begeleiders snel zien wie (letterlijk) achter of tegenover bepaalde ideeën of gevoelens staat. Met die informatie hadden we de situatie gerichter en vroeger kunnen bespreken, vanaf het moment dat we merkten dat mensen problemen kregen met Leen.

 

* De naam van de vrijwilligster is veranderd omwille van privacy redenen.

Lees ook 

15 concrete tools gekoppeld aan praktijkverhalen

Overzicht