Hoe ben je in het Huizeke terecht gekomen?
Na de geboorte van onze dochter Amy, hebben mijn man en ik samen beslist dat het verder bestieren van het gezin te zwaar werd met 2 buitenshuis werkende ouders. Vanaf dan ben ik me 100 % gaan focussen op de kinderen en het gezin. Wat goed was maar me ook ergens beperkte in mijn sociaal contact. Enkele jaren later kwetste ik mijn rug na een val op de bus - ten gevolge van een bruusk remmanoeuvre. Een operatie hoefde gelukkig niet, maar er was toch een lange herstelperiode nodig en ook nu nog heb ik er last van. Een en ander begon mentaal zwaar te wegen en dit deed me uitkijken naar een nuttige en zinvolle bij-activiteit. Waarbij ik niet constant hoefde recht te staan.
Zo kwam ik in de vrijwilligerswereld terecht. Een tijdje heb ik het bij Poverello - ook in de Marollen - geprobeerd. Maar de schrijnende situaties waarmee ik daar geconfronteerd werd, wogen me te zwaar. Of misschien was ik er toen nog niet helemaal klaar voor?
Toen ik “De vrienden van het Huizeke” leerde kennen - 20 jaar geleden dus - was ik meteen verkocht. Ik kwam er terecht in een warme ploeg en als Brusselse voelde ik me er gauw thuis. Zowel de buurtwerkers als de toenmalige vrijwilligers hebben ervoor gezorgd dat ik me heel snel kon integreren en meedraaien. Onthaalvrijwilligster is echt mijn ding: ik kan goed luisteren en inschatten waar de mensen nood aan hebben. Je moet wel je grenzen kennen. Als iemand me bijvoorbeeld uitleg komt vragen i.v.m. één of ander gerechtelijk schrijven, dan moet ik die wel doorverwijzen naar de geschikte buurtwerker. Ik beschouw het wel als een teken van vertrouwen dat de mensen naar mij komen met dergelijke vragen.
Wel goed dat ik als echte Brusselse mijn 3 talen spreek: Nederlands, Frans én Brussels. Dat Nederlands/Brussels is jammer genoeg tegenwoordig eerder uitzonderlijk nog nuttig. Dat was vroeger wel anders.
Hoe is de corona-periode hier verlopen?
Bij de eerste lockdown bleef het Huizeke gesloten van maart tot juni. De tweede lockdown heeft langer geduurd: van oktober tot juni. Tussenin waren we dus wel open, maar met de nodige voorzorgsmaatregelen: ramen open, maskers, ontsmettingsmiddelen … In principe werken de onthaalvrijwilligers steeds in tandem, maar toen werkten we alleen. Ik ben steeds aan de slag gebleven. Het was natuurlijk niet makkelijk werken. Maar als je wil “il y a toujours moyen”.
20 jaar onthaalvrijwilligster: wat motiveert je om het zo lang vol te houden?
In de loop van die 20 jaar heb ik zoveel mensen leren kennen, waarmee je op de duur een echte band krijgt. Dan heb ik het zowel over de buurtwerkers - die ons schitterend ondersteunen - als over de vrijwilligers en zeker ook over de bezoekers. Die laatsten zijn natuurlijk onze doelgroep, maar worden op termijn ook echte nabije kennissen. Je hoort hun wel en wee, maar dat geldt ook in de andere richting. Je leert mekaar echt beter kennen. Wat opvalt is ook de vaststelling dat deze mensen - die vaak weinig of niets hebben - heel gul kunnen zijn. Zowel in hun meevoelen als met het delen van hun vaak schamele bezittingen.
Zo lang ik het fysiek aankan, blijf ik hier komen!
Er zijn ongetwijfeld mooie, maar ook moeilijke momenten geweest?
De mooie zijn ruim in de meerderheid. Het wederzijds meeleven met/van de regelmatige bezoekers is een steeds weerkerend warm gevoel. Fijne herinneringen heb ik aan 2 voor mij bijzondere vrijwilligers die me in het begin van mijn “Huizeke-carrière” wegwijs hebben gemaakt. Paul die elke week van Oostende kwam, om hier te “vrijwilligen”. Spijtig genoeg is hij enkele maanden geleden overleden. Zuster Gaby heb ik - samen met mijn man en een “pateeke” - onlangs nog bezocht in Antwerpen. Waar ze nu in een rusthuis verblijft. Haar ervaring heeft me 20 jaar geleden heel goed geholpen. Voordien had ze al gewerkt met drugsverslaafden in Nederland. Hier in Brussel was ze ook actief in de Sint-Janskliniek.
“As Brusseles hemmekik wel ne gruute smool, mo e klaan hetteke”. Ik ben dus nogal schrikkerig. Zo was er een wat minder moment: een arrestatie van een bezoeker, die meteen de handboeien om kreeg. Was beangstigend omdat de agenten in burgerkledij waren. Dus het besef dat het politie betrof, kwam pas achteraf. Sporadisch waren er ook wel ruzies tussen bezoekers onderling, maar die werden intijds bijgelegd. Dat valt al bij al dus wel mee op 20 jaar tijd.
Het blijft natuurlijk zwaar om mensen te verliezen, met wie je zoveel jaren een hechte band hebt opgebouwd. Van diegenen - waarvan we het vernomen hebben - houden we een fotootje bij, bij wijze van herinnering. Op de muur naast het keukenhoekje hangen er intussen 51 kleine portretten. Maar er zijn ook heel wat mensen die op een bepaald moment niet meer opdagen en waarvan we nooit meer iets hebben vernomen.
Wat me uiteraard zeer veel plezier heeft gedaan was de recente viering van mijn 20 jaar Huizeke. Ik kreeg als mooi geschenk “e gruut stuk chocolat” en een mooi kaartje met handtekeningen van iedereen.
Myriam, bedankt voor het interview en nogmaals proficiat met je 20-jaar vrijwilligster zijn.