U bent hier

De VAPH-sector is veel flexibeler geworden

De sector personen met een handicap is altijd een motor geweest van intersectorale samenwerking. De drijfveer was steeds om de zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking zo gewoon mogelijk te integreren in het dagelijks leven, en enkel wanneer het niet anders kan door te verwijzen naar gespecialiseerde hulp. Het systeem Rechtstreeks Toegankelijke Hulp was een belangrijke hefboom om dit mogelijk te maken. Tegelijkertijd had deze vernieuwende aanpak zijn weerslag op de sector personen met een handicap, zowel voor de cliënten, de hulpverleners als de organisaties. Sjoert Holtackers zet enkele effecten op een rij.

 

“Door intersectoraal samen te werken worden cliënten sneller geholpen, omdat ze niet moeten wachten op een erkenning en dus geen complexe procedures moeten doorlopen. Een belangrijk gevolg van die samenwerking is dat er veel minder vlug of ongericht wordt doorverwezen. Partners proberen hun cliënt zo lang mogelijk samen te ondersteunen en waar er wel wordt doorverwezen gebeurt dit veel gerichter, omdat men elkaar beter kent. Door de samenwerking tussen sectoren vervalt voor veel cliënten het hokje waar ze moeten in passen. Ook zonder label worden ze geholpen.

Samenwerking tussen sectoren heeft een grote invloed op het werk van de hulpverleners. Door elkaar op de werkvloer te ontmoeten, betrekken ze hun collega’s uit andere sectoren veel sneller. Daarbij leren ze van elkaar. Ze wisselen kennis uit, leren nieuwe methodes kennen, ontwikkelen een gemeenschappelijke taal en hangen minder vast aan hun eigen jargon. Ze worden vaak creatiever in het zoeken naar oplossingen, waardoor er meer mogelijk wordt om een hulpverlening op maat te ontwikkelen. Een gunstig effect daarvan is dat steeds meer cliënten worden ondersteund in hun eigen omgeving, en dat de verhuis naar een voorziening enkel een optie wordt als andere mogelijkheden zijn uitgeprobeerd.

Veel organisaties in de VAPH-sector melden zelf dat ze flexibeler worden. Ze passen hun intakeprocedures aan, experimenteren met nieuwe werkvormen zoals duo-begeleidingen, ze leren andere sectoren kennen tijdens kijkstages, doen inspiratie op bij partners, enz. Samenwerking heeft ook zijn effect op het personeelsbeleid. Medewerkers leren met andere doelgroepen om te gaan en verwerven nieuwe vaardigheden en inzichten. Samenwerking kan een aanvulling zijn op het vormingsbeleid van de organisatie en biedt ook kansen aan het personeel om in hun functie te groeien en iets nieuws te doen. Organisaties die graag samenwerken trekken spontaan nieuwe partners aan, waardoor een sneeuwbaleffect ontstaat. Samenwerking lokt samenwerking uit, de mond-tot-mondreclame doet de rest.

Een onbedoeld gevolg kan zijn dat het moeilijk wordt om alle samenwerkingen beheersbaar te houden, waardoor ook een nieuwe nood aan middelen ontstaat. Maar dat is eerder een uitdaging dan een nadeel.”

Contact 
els.nolf@kenniscentrumwwz.be

Els legt verbanden tussen organisaties en sectoren, ondersteunt welzijnswerkers via intervisie en casussen, bijvoorbeeld in de groep Bruggenbouwer. Momenteel gaat er veel aandacht naar ondersteuning in het kader van de huidige personeelskrapte (Project Op Niveau). Ze ondersteunt ook o.a. het platform 'Regio-overleg Thuislozen Brussel". Dankzij de contacten op het terrein, heeft ze een schakelfunctie tussen het werkveld en het beleidsvoorbereidende werk van Kenniscentrum WWZ.

Lees ook 
foto cahiers

Onze reeks cahiers maakt de vernieuwing-op-het-terrein mee zichtbaar.

Welzijn
Wonen
Zorg